Paris Photo 2017

Dit jaar ben ik voor de zoveelste keer naar Parijs getreind voor de jaarlijkse hoogmis van de fotografie: Paris Photo. Ik ben de tel kwijt geraakt meer ik denk dat het ondertussen wel de tiende keer is dat ik deelneem. En … misschien wel de laatste keer.

Wat volgt is een persoonlijke opinie! Dit betekent niet dat ik gelijk heb, het is gewoon een opinie … maar wel de mijne.

Met de jaren zijn ze groter, duurder en elitairder geworden. En bijgevolg ontoegankelijker voor de gewone man/fotograaf. Ook de “veiligheid” is ridicuul en overdreven. Maar niet alleen daar.

Enfin, eens binnen zie je eigenlijk hetzelfde als het jaar ervoor: veel grote foto’s, veel “rare” foto’s waarbij een geschreven of gesproken uitleg hoort (en waar ik dan niets van versta – maar dat is mijn probleem) en een soms hautaine attitude. Hier wordt gemikt op de kapitaalkrachtige voorbijganger en/of investeerder. Op zich niets mis mee natuurlijk. Om kort door de bocht te gaan: de prijs van de kunstwerken is niet (noodzakelijk) evenredig met de kwaliteit ervan. Goesting is koop en daar is dat niet anders. En wanneer je een naam hebt dan is alles goed, mooi en verkoopbaar. Had ik sommige van de foto’s die daar hangen, afgegeven op mijn examen, dan was ik met vlag en wimpel … gebuisd.

Wat ik wel ga missen is de sectie met de boeken. Totaal andere uitbaters, sfeer en ingesteldheid. En fotografen die op dat moment toegankelijk zijn want ze moeten boeken verkopen en signeren.

Er zijn een dikke 150 galleristen aanwezig uit Frankrijk en de rest van de wereld. Daarnaast zijn er ook een dertigtal uitgevers vertegenwoordigd.

Heb ik nu echt niets moois gezien? Natuurlijk niet. Iemand die er voor mij uitsprong is: “Denis Rouvre” met deze collectie “Black Eyes”: http://www.rouvre.com/fr/gallery/26/black-eyes. Prachtige foto’s op zich maar nog tien keer beter/mooier “in ’t echt”.

Ik weet wel dat de bedoeling van deze organisatie is om galleristen te leren kennen en te promoten en niet om mooie dingen te tonen. Wil je mooie beelden zien, dan moet je maar naar een tentoonstelling gaan van je favoriete fotograaf. Maar toch. Wanneer ik 99,5% van de foto’s die ik gezien heb op Paris Photo niet in mijn living zou willen ophangen, zelfs al kreeg ik ze voor niets, dan heb ik het een beetje gehad met dit evenement. Spijtig.

Er is ook een nieuwe trend: maak een foto, druk die af en beschadig hem dan op een of andere manier. Ofwel schiet je er op ofwel sla je het glas stuk enfin verzin het maar. Zoals ik al zei alles is goed om op te vallen. Hoe debieler hoe “beter”.

Je kunt je foto’s tekeer gaan met een vuurwapen …

… of een hamer.

fotofever 2017

Dan maar vlug naar iets anders: fotofever. De zesde editie al ondertussen. Dit is een evenement voor de “beginnende verzamelaar”. Of moet ik zeggen voor de mensen met minder dikke portefeuilles … De “slagzin” van fotofever trouwens is: Start To Collect.

Hier zijn 75 galleristen verzameld die het werk van een 150 artiesten willen onder de aandacht brengen. Spijtig toch dat dit evenement dat ooit in Brussel gestart is, niet meer georganiseerd wordt in België.

In de folder die werd uitgedeeld, kreeg je naast een plattegrond met een overzicht van de standhouders, ook uitleg over de de volgens hen drie belangrijke dingen van een kunstfoto: het werk zelf, het type print en de assemblage of montage.

Terplaatse was de opstelling van de foto’s verwarrend maar … origineel. Het was zoals verleden jaar een super salon. Heel veel mooie foto’s gezien en zelfs een paar fotografen ontdekt! Ik volg al jaren de sector en tot mijn scha en schande heb ik nog nooit van Bart Ramakers gehoord.

Zijn foto’s doen mij soms denken aan een van mijn favoriete fotografen: Marc Lagrange. Ik kan u zeker aanraden om de filmpjes op zijn website eens te bekijken. Daar zul je je realiseren hoeveel werkt kruipt om juist één foto te nemen. Het resultaat mag er dan ook wezen.

Heel vaak is een foto een momentopname en wanneer je het eindresultaat ziet, dan zeg je ofwel “mooie foto” of “het is mijn ding niet”. In een seconde (of twee) heb je de foto gewikt, gewogen en gezien. En dat is nu juist niet het geval bij de foto’s van Bart Ramakers. Natuurlijk zijn er een paar bij waar je maar enkele seconden bij stilstaat. Maar toch is er “iets” aan de foto’s: je vraagt je af waar heb ik dat nog gezien, wat bedoelt hij juist met die foto, naar wat verwijst hij nu weer, waarom zit dat objekt in die foto en waarom op die plaats, enzovoort. Zowat elke foto roept vragen op. Kortom de fotograaf verplicht je bijna om te kijken en blijven kijken naar zijn werk. En niet alleen kijken!

Wanneer je dan denkt dat je de “oplossing” of het “antwoord” gevonden hebt en je spreekt erover met iemand anders, dan ontdek je dat je “ernaast” zat. Of dat je alle twee gelijk hebt. Of niemand.

Wat ik nu zo bewonder in de foto’s is het volgende: “Dans les photographies de Bart Ramakers, la mythologie et les contes de fées sont mis en scène avec des références à la grande tradition artistique de la peinture d’Histoire. Ramakers fait appel au musée imaginaire collectif de ses spectateurs de la Renaissance, du Baroque, du Rococo et du Classicisme.”  Deze wijze woorden zijn spijtig genoeg niet van mij maar van “Prof. Dr. Maximiliaan Martens van de universiteit van Gent.

http://www.bartramakers.com/

Enkele andere interessante fotografen zijn: Brad Wilson, Christophe Jacrot en Kim De Molenaer.

En dan is er ook nog Tom D. Jones. Nog een talent van eigen bodem. Hij had er zijn stand en droeg verschillende hoeden: fotograaf, printer, ondernemer, marketeer en ga zo maar door. Er was nog een tweede persoon op de stand die foto’s nam. Inderdaad “nam” want zijn vrouw, Sylvia, cijfert haar fotocarrière (misschien voorlopig) een beetje weg om haar man te kunnen helpen en bij te staan daar waar nodig. Ze houdt zich bezig met de galerieën, sociale media, de website en dergelijke dingen meer. Kortom, een team van twee individuën die elkaar zowel aanvoelen als aanvullen. Dit koppel deed mij onmiddellijk denken aan mijn favoriete fotograaf Salgado en zijn echtgenote. Daar neemt hij de foto’s en houdt zij zich bezig met de boeken. Dus twee aanvullende persoonlijkheden en professionele karakters. Hopelijk gaat Sylvia binnenkort weer “portrettentrekker” worden.

Tom is een fantastische collega die oprecht zegt hoe de vork aan de steel zit en die geen schrik heeft om te zeggen hoe hij werkt. Ik heb een fantastisch gesprek kunnen voeren met hem waarvoor dank! Hetzelfde geldt trouwens voor het gesprek dat ik had met Sylvia.

Op fotofever waren enkele prachtige beelden te zien uit de reeks “Aether” wat zoveel is als “de Griekse god van de atmosfeer, de bovenste luchtlaag, die de goden inademen (in tegenstelling tot de ‘gewone’, aardgebonden lucht die stervelingen inademen). Volgens de oude Grieken was hij de substantie waaruit licht zich vormde. Aether is de ziel van de wereld, hij omhult bergtoppen, wolken, sterren (dit zouden geconcentreerde vuren van Aether zijn), de zon en de maan.” (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Aether).

Wanneer je bovenstaande definitie leest en dan naar die reeks kijkt, dan klopt het plaatje volledig. Voeg daar nog een zacht muziekje aan toe en je waant jezelf in de zevende hemel. Alle foto’s zijn blijkbaar genomen in België …

Andere dingen en reeksen die Tom fotografeert zijn vlinders (Papillon), dieren (Game Over) of nog mooie landschappen in Ijsland (Evoke). Al bij al was dit toch een van de stands die mij het meest aansprak (komt ook door de goede gesprekken met zowel Tom als zijn echtgenote).

Er zijn twee boeken met foto’s van Tom.

Signature en Aether

http://www.tomdjones.com/

http://www.sylviajones.be/ website waaraan gewerkt wordt

Op een bepaald moment in het leven is een mens tevreden met wat zij/hij “bereikt” heeft en wordt de rat race meer sleur dan iets anders. Altijd maar meer geraakt afgezaagd en na een tijd heel vervelend en vermoeiend. Tijd dus om wat gas terug te nemen en 100% te genieten van hetgeen men heeft. En dan komt dat moment waar je enkel nog dingen doet die je zelf graag wilt doen zoals “eigen werk” of “vrij werk”. Dat is pas rijkdom en o zo zalig. En … “de mooiste dingen in het leven zijn gratis”.

Dus, indien ik de filosofieën van de twee evenementen goed verstaan heb, zou de beginnende fotograaf bij fotofever moeten staan en de gevestigde waarden of zij die verschillende duizenden Euro’s vragen, bij Paris Photo. Of ben ik verkeerd?

Irving Penn

Bij de tentoonstelling Irving Penn die ook doorging in de Grand Palais dacht ik slim te zijn en tonen dat ik wist wat ik moest doen bij het binnenstappen van een officieel gebouw op het gebied van veiligheid. Het is namelijk zo dat ik, om te vermijden dat ik tien keer heen en weer door de metaaldetector moet gaan, alles wat metaal bevat in mijn vest steek. Zo ga ik door het metaaldetecterende poortje en mijn jas door de scanner. Voor alle duidelijkheid aan de ingang van het gebouw staat dus niets over wat er van de bezoeker verwacht wordt. Daar staat zo’n “rent-a-cop” die aan iedere bezoeker zegt wat “de procedure” is. Tja, waar waren mijn gedachten? Wie denk ik wel dat ik ben?

Dus, wanneer je bij die “wanna-be-cop” aankomt, moet je je gsm in een bakje leggen. Dat is de procedure en er wordt niet van afgeweken! Ik zei hem dat die in mijn vestzak zat. Niet goed. Uithalen! En in het bakje leggen. Toen ik zei dat ik dat niet kon ruiken dat het zo moest, zei hij “ik leg het u nu toch uit”. Juist. Procedure. Voor iedereen. Indien iemand mij kan uitleggen wat het verschil is tussen een gsm in een bakje en een gsm in een vestzak in een bakje die door de scanner gaat, graag!

De tentoonstelling dan. Die was onderverdeeld in 11 thema’s:

  1. Still Life and Early Street Photographs
  2. Existential Portraits, 1947-1948
  3. In Vogue, 1947-1951
  4. Cuzco, 1948
  5. Small Trades, 1950-1951
  6. Classic Portraits, 1948-1962
  7. Nudes, 1949-1950
  8. Worlds in a Small Room
  9. Cigarettes, 1972
  10. Late Still Life
  11. Time Capsules

Wat een begenadigd fotograaf dat was! Die portretten (Small Trades, In Vogue en Classic Portraits) zijn ongelooflijk goed. De foto’s in de sectie Small Trades doen me wel denken aan August Sander. Indien je meer uitleg wilt over deze secties, dan kun je nog altijd de app downloaden.

Op de tentoonstelling kon je ook het doek zien dat hij als achtergrond gebruikte (blijkbaar een oud theaterdoek van Parijs) evenals het fototoestel dat hij gebruikte voor de portretten als dat van de sigaretten(peuken)foto’s.

Het doek dat Irving Penn gebruikte bij zijn portretten.

Dit is de camera die hij gebruikte en op de achtergrond zie je een foto van hem in zijn “sigarettenpeukenperiode”.

Aangezien ik mij geen foto van Irving Penn kan veroorloven, heb ik dan maar het boek van de tentoonstelling gekocht. Een aanrader …

Irving Penn/Le Centenaire
Maria Morris Hambourg – Jeff L. Rosenheim
Réunion des musées nationaux – Grand Palais

Maison Européenne de la Photographie

Een andere stop die veel keer de moeite is, is het Maison Européenne de la Photographie (MEP) waar ik deze keer weer twee interessante dingen ontdekt heb. Tijdens mijn fotografieopleiding zei een van de lesgevers (Herman) dat één manier om geld te verdienen met fotografie was door foto’s te nemen van beroemdheden. En dat is blijkbaar nog altijd zo. Deze keer hebben de mensen van het MEP het wel anders aangepakt. Meestal zie je dan verschillende beroemdheden die door één fotograaf vastgelegd zijn. In Obsession Marlene hebben ze het omgekeerd: ze hebben één beroemdheid genomen, Marlene Dietrich, gefotografeerd door enkele tientallen verschillende fotografen.

De beelden komen van een verwoed verzamelaar, Pierre Passebon, die 2.000 foto’s van haar zou hebben. Voor deze tentoonstelling hebben ze er 200 van gebruikt. En het was super interessant! Soms vraag ik mij af “tja, op hoeveel verschillende manieren kan ik dat model nu fotograferen?” Wel, op veel manieren. Heel veel! En dat was nu juist het fantastische aan die tentoonstelling. Op een bepaald ogenblik denk je dat die foto toch heel erg lijkt op een die je eerder gezien hebt. Tot je de twee begint te vergelijken en van naderbij gaat bekijken. En zo blijf je kijken en … ontdekken. En leren. Wat wel opvalt is de sigaret. Ofwel was zij een kettingrookster ofwel was dat het attribuut bij uitstek in die dagen. Ik denk dat op bijna de helft van de foto’s Marlene afgebeeld staat met een kankerstokje tussen haar vingers.

Ofwel was dat het imago dat ze zich wou aanmeten in die tijd. Want het was blijkbaar een vrouw die heel goed wist wat ze wou. In veel gevallen regiseerde zij de shoot en niet de fotograaf.

Mocht dit je echt interesseren dan kun je altijd het boekje kopen:

Obsession Marlene – La collection Pierre Passebon
Henry-Jean Servat
Flammarion

De tweede positieve ontdekking was de tentoonstelling Face To Face van Zhong Weixing. Hier is het een fotograaf die fotografen fotografeert. Waaronder enkele beroemdheden. Beroemdheden, weet je wel …

De zwart/wit foto’s werden tentoongesteld in een zwarte kamer en het effect was heel geslaagd! Het was precies alsof de geportreteerden tot leven kwamen.

Ook hier is het mogelijk om een boek te kopen:

Face To Face
Zhong Weixing
Editions Xavier Barral/Maison Européenne de la Photographier

https://www.mep-fr.org/